‘Steek energie in kansrijke samenwerking die ondernemers direct profijt oplevert’
Te vaak richt grensoverschrijdende samenwerking zich op zaken die buiten de invloedssfeer liggen van de regio. Herman Idema, directeur-bestuurder van Ondernemend Emmen, noemt als voorbeeld de poging om het werken over de grens te bevorderen. Wetgeving en regelingen bemoeilijken dat. ‘Uiteindelijk is daar besluitvorming voor nodig in Berlijn of Den Haag. Daar hebben ze minder met de regio. Nedersaksen en Zuidoost-Drenthe liggen in de periferie. Je kunt beter energie steken in kansrijke samenwerking die ondernemers profijt oplevert.’
Vanwege de aangescherpte Corona-maatregelen/-adviezen hebben wij helaas moeten besluiten om het symposium met het thema 'Versterken van grensoverschrijdende samenwerking in onderzoek, ontwikkeling en onderwijs' van het Rijnland Instituut te verplaatsen. Het zal nu plaatsvinden op donderdag 28 april 2022 van 12.45 - 17.30 in Emmen bij Hotel Van der Valk aan de Verlengde Herendijk 50. Nadere informatie volgt.
Het symposium dat Rijnland Instituut op 23 november organiseerde om vruchtbare ideeën voor grensoverschrijdende initiatieven op het gebied van onderwijs, ontwikkeling en onderzoek op te halen, kan voor ondernemers als eyeopener fungeren. Het thema ‘Das Beste von beiden Seiten’ sluit volgens Idema goed aan bij een typische ondernemerseigenschap om niet aan een dood paard te gaan trekken, maar kansen en bedrijfsverbetering te zoeken. ‘Ondernemers maken zich niet druk over zaken die toch niet gaan lukken of teveel energie vergen zonder dat het iets oplevert.’ Terwijl er, naar zijn mening, genoeg zaken zijn die ondernemers, onderwijs en regionale overheden kunnen oppakken die de sociaaleconomische positie snel verbeteren.
De directeur-bestuurder schuwt het niet om bij zijn pleidooi voor euregionale initiatieven voor zijn eigen troepen uit te lopen. ‘Ondernemers laten zich toch vooral leiden door de waan van de dag. Soms moet je hen een stip op de horizon bieden, een route waar we heen moeten op de langere termijn.’ Daar levert het symposium volgens hem een bijdrage aan. Het lijkt hem raadzaam de verschillen in aanpak, bedrijfsvoering, technische knowhow en infrastructuur scherper in beeld te krijgen. Dat kan alleen door bij elkaar in de keuken te kijken. ‘Waar loopt de Nederlandse grensstreek in voor, en waar de Duitse. Die kennis moet je met elkaar delen.’
Het Rijnland Instituut focust zich op kennisontwikkeling en -uitwisseling op energiegebied, techniek, digitalisering, automatisering en verduurzaming. ‘Als we daar met elkaar slimmer mee omgaan kunnen we de productiviteit verbeteren. Dat ziet de ondernemer direct terug in zijn resultaten. Feit is dat uit onderzoek blijkt dat juist in de grensregio van Drenthe de productiviteit gekoppeld aan bedrijfsgroei achteruit boert. Dat ligt enerzijds aan het opleidingsniveau maar ook aan de bedrijven die zich nog niet bezig houden met export met name richting Duitsland.’ Het zogenaamde onbenutte exportpotentieel. ‘De economische groei is er uit. Het is zonneklaar dat als we vanuit Nederland weer meer naar Duitsland exporteren het beter gaat’, constateert Idema droogjes.
In de grensregio gebeurt heel veel. Er liggen legio groeimogelijkheden.
Productie uit China terughalen
In zijn optiek hoeft die samenwerking niet zo ingewikkeld te zijn. ‘Kijk gewoon welke activiteiten je gezamenlijk kunt ondernemen, bijvoorbeeld die er op zijn gericht om bijvoorbeeld productie uit China terug te halen. Voor Duitsland, maar zeker voor Nederland geldt dat we daar veel te afhankelijk van zijn geworden, dat bleek wel tijdens de coronapandemie en toen er in het Suezkanaal een containervrachtschip overdwars kwam te liggen die de boel blokkeerde. Daar is iedereen wekenlang vreselijk zenuwachtig van geworden.’ Het is hoogste tijd daar verandering in te brengen.
Idema somt een paar concrete mogelijkheden op, zoals gezamenlijke cloud-engineering, Nederlands-Duitse bedrijven die samenwerken in de productie van machines, gezamenlijke inkoop van technische ontwikkeling. ‘Zet de deur maar open. Een groter inkoopcollectief en in- en uitleen van diensten, specialisten en producten levert alleen maar voordeel op.’ Nederland is een stuk verder op het terrein van digitalisering, terwijl de machinebouw in Duitsland hoger staat aangeschreven. ‘In de regio hebben we allemaal hetzelfde DNA, niet lullen maar poetsen. We zijn doeners. Op het gebied van biobased materiaal zijn we in Emmen al behoorlijk ver, dat kunnen we uitbouwen tot belangrijk exportproduct.’
Het gezamenlijk belang dat het met bedrijven en inwoners in de grensstreek aan beide zijden van de grens goed gaat, moet bedrijven, onderwijs en overheden tot elkaar brengen. ‘Bestuurders hoeven echt niet met z’n allen zo nodig naar China of andere exotische landen te vliegen om daar onze producten te laten maken. In de grensregio gebeurt heel veel. Er liggen legio groeimogelijkheden.’ De volgens Idema noodzakelijke verdubbeling van de E233 tussen Hoogeveen en Cloppenburg is zo’n voorbeeld waar Duits-Nederlandse samenwerking dringend is gewenst. Betere transportmogelijkheden verkleinen de afhankelijkheid van goederen die in verre landen worden geproduceerd, zo is zijn gedachte. ‘Daar hebben we alle belang bij.’
Het zou in zijn optiek mooi zijn als het Rijnland Instituut de data en kennisinformatie aan beide zijden van de grens ophaalt en toegankelijk maakt voor alle betrokkenen. ‘Daarmee gebeurt op dit moment te weinig’, meent Idema. ‘We weten te weinig van elkaar. Dat moet beter.’ Daarvoor zullen bedrijven en organisaties informatie moeten delen. Het initiatief van het Rijnland Instituut om een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van binationale curricula, juicht hij toe. ‘Je kunt dan toewerken naar zorgopleidingen waarbij Duitse verpleegkundigen in Nederland komen werken en omgekeerd.’ Van uitwisseling kun je leren.