Wist u dat uw browser verouderd is?

Om de best mogelijke gebruikerservaring van onze website te krijgen raden wij u aan om uw browser te upgraden naar een nieuwere versie of een andere browser. Klik op de upgrade button om naar de download pagina te gaan.

Upgrade hier uw browser
Ga verder op eigen risico

Dagtoerisme grensstreek voor verbetering vatbaar

De grensstreek van Nederland met Duitsland laat inkomsten uit dagtoerisme liggen doordat over en weer recreatiemogelijkheden onbenut blijven. Duitsers uit de grensstreek verkiezen voor een dagje uit in Nederland een strandbezoek of de topbestemmingen in de Randstad. Op hun beurt zijn Nederlandse toeristen relatief onbekend met de attracties in het Duitse grensgebied. Op het gebied van promotie valt in de grensregio nog een wereld te winnen.

Op het gebied van promotie kan veel meer gebeuren.

Jitze Wijnia

De kansen voor verbetering van het dagtoerisme in de grensstreek blijken uit een duo-onderzoek van studenten van de NHL Stenden Hogeschool, Carlijn Alting en Jitze Wijnia. In opdracht van het Rijnland Instituut onderzochten de vierdejaarsstudenten European Studies het effect van de nabijheid van de grens op het dagtoerisme in zowel Duitsland als Nederland. Zij betrokken daarbij de impact van het EU-beleid.

Het INTERREG-project Grenzeloze toeristische innovatie (GTI) richt zich op toeristen en dagjesmensen die de grensstreek willen ontdekken. De websites geheimoverdegrens.nl en grensbelevenis.nl blijken bij Nederlandse grensbewoners relatief slecht bekend. Ook maken Duitse ondernemers slechts sporadisch gebruik van marketing in de grensregio. Onbekendheid met de mogelijkheden, lijkt hier mede debet aan. Alting raadt op grond van de uitkomsten van een kleine steekproef aan een uitgebreider, representatief onderzoek te houden. Een platform dat ondernemers specifiek wegwijs maakt in hoe zij de markt in het buurland kunnen benaderen, is een tweede advies.

Een belangrijke reden voor Nederlandse grensstreekbewoners om naar Duitsland te gaan is dat zij op relatief geringe afstand direct een vakantiegevoel ervaren. Ze zijn immers hoe je het wendt of keert toch in het buitenland en dat buitenland ligt dan ook nog om de hoek. Dat gevoel zouden ondernemers en marketingorganisaties in hun reclame-uitingen sterker kunnen benadrukken. ‘Uit rapporten van de European Travel Commission blijkt dat het grensoverschrijdend toerisme in de Europese Unie jaarlijks met 2 tot 5 procent groeit. Toerisme is dus belangrijk voor de ontwikkeling van de regio’s’, concludeert Alting.

De Duitse dagtoerist die naar Nederland reist slaat volgens Wijnia de grensregio vaak over omdat zij binnen één dag reizen makkelijker andere toeristische trekpleisters kunnen bereiken. ‘Neem een provincie als Drenthe, die doet het heel goed bij verblijfstoeristen maar scoort laag op dagtoerisme. Als Duitsers naar bossen willen, gaan ze liever voor meerdere dagen. Gaat het om een dagje weg dan reizen ze liever naar bijvoorbeeld Amsterdam of het strand.’ Volgens hem zijn Duitsers ook gewend om in eigen land lange afstanden te moeten reizen. Vanuit die optiek is heel Nederland dichtbij. ‘Alles is binnen één dag te doen.’ Ondernemers en marketingorganisaties kunnen door de krachten te bundelen de promotie van het dagtoerisme in de grensstreek sterk verbeteren. ‘Er kan op dat gebied veel meer.’

Jitz Carlijn Rijnland Instituut

De studenten hebben hun afsluitende onderzoeksstage bij het Rijnland Instituut als leerzaam en prettig ervaren. ‘Als ik mijn diploma heb wil ik me graag verder wijden aan de grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland’, zegt Alting. Wijnia zou zich eventueel willen toeleggen op het bevorderen van de samenwerking tussen UK en Nederland. ‘Ons land heeft na de Brexit een unieke positie om voor Engeland als springplank naar de EU te fungeren. We moeten weer dichter naar elkaar toe groeien.’ Alleen om die reden al vindt hij de grensregio’s een boeiend studieobject. ‘Door het ondersteunen van uitwisseling tussen grensgebieden en het duiden van cultuurverschillen kun je dichter naar elkaar toegroeien.’ Dat heeft het Rijnland Instituut hem wel geleerd.